Mijn zwager bracht een keer een kapua mee. Het knaagdier was ongeveer een maand oud, heel klein nog. Hij groeide op bij ons in het dorp, gewoon tussen de mensen, en hij at van alles: vruchten, rijst, brood.
Als kleine jongen kon ik zo van huis tot in het schoollokaal zwemmen. Bij iedere springvloed, groot of klein, kwam het water tot over de dam en stond plantage Rust en Werk onder water.
Voordat ik getrouwd was ging ik naar mijn schoonvader. Er draaide een film in het Taj Mahal theater en ik wilde mijn toekomstige vrouw graag meenemen.
Ik ben eigenlijk geïnteresseerd in alle dieren van Suriname. Ik vind het altijd heel mooi om ze te zien.
Als we gaan vissen vertrekken we rond half zeven of zeven uur ’s morgens om de visnetten uit te zetten.
Ik ben Tina Lachman, negentien jaar oud en kom uit Berbice in Guyana. Mijn moeder heeft drie dochters en een zoon.
Ik dans de ‘Londa ke Nach’. ‘Londa ke Nach’ betekent letterlijk ‘dans van de jongen’. Daarbij wordt een man verkleed als een vrouw; in een jurk, met make-up op en alles erop en eraan.
Ik woon in het Kinderhuis Sukh-Dhaam in Alkmaar en van daaruit ga ik naar school.
Ik ben een allround gids en daar hoort ook bij dat je een kaaiman durft te pakken. Ik heb het op de zwamp van Frederiksdorp geleerd, vertelt Tony.