De kapua van Johanna Margarita

Auteur: Tessa Leuwsha
Verteller: Viresh Jewlal
Plaats: Margaretha

Mijn zwager bracht een keer een kapua mee. Het knaagdier was ongeveer een maand oud, heel klein nog. Hij groeide op bij ons in het dorp, gewoon tussen de mensen, en hij at van alles: vruchten, rijst, brood.

Het was een heel lief dier, maar hij kon ook hinderlijk zijn. Dan kwam hij achter je aan, niet om je te bijten maar om met je te spelen. Op een dag zwom de kapua in een trens, toen er twee mannen langsliepen. Het beest klom uit het water en ging achter hen aan, want hij wilde spelen. Maar een van de mannen was bang, hij pakte een stok en sloeg ermee. Vanaf die dag veranderde de kapua. Vroeger kon je hem vasthouden om een foto met hem te maken. Nu niet meer. Hij werd agressief.

Een Nederlands meisje kwam een keer naar het dorp, en ze wilde ook met hem op de foto. Ik waarschuwde haar: ‘Doe het niet, hij bijt!’ Maar ze luisterde niet. Tot bloedens toe heeft de kapua haar gebeten. In haar arm, borst en been. Daarna konden we geen risico meer nemen. Er komen vaker toeristen naar Margarita en zij kennen dit knaagdier niet, laat staan zo’n grote. Een man die op Leidingen woont wilde hem wel hebben. Toen we hem daarheen brachten, moesten wel vier mensen uit het dorp huilen. Wij waren echt gehecht aan het dier. Wij noemden hem Bara.

Back To Top