Zwamp vissen toen en nu

Auteur: Nolly Labey
Verteller: Frederik Arasmali
Plaats: Margaretha

Mi nen na Frederik Arasmali. Mi de gebore in Margarita op 26 juli 1966.
(mijn naam is Frederik arasmali. Ik ben geboren in Margarita op 26 juli 1966.)

Vroeger was ik visser. Ik was het vierde kind van mijn ouders. Ik ben niet naar school geweest want vanaf dat ik een kleine jongen was ging ik met wijlen mijn vader mee vissen. We gingen vissen achter de zwamp van Margarita. Toen was de zwamp veel mooier. De zwamp werd goed onderhouden, er waren verschillende kreken en pannen, zoals de Patakapan en de Snukupan. Wanneer er een kreek was dichtgegroeid kapten de vissers hem open. In die tijd was er veel vis.  Er was snoek, tilapia, aarder en trapoen. Wij moesten pagaaien, de boot slepen en peddelen. Pas in de zwamp kwam je andere vissers tegen. Achter de zwamp waren de visserskampen waar je kon overnachten.  We moesten de vis gelijk roken en de volgende dag in het dorp ging de vis weer op de barbakoto.  De dag erna pas konden we naar de Centrale markt.  Daar werd de prijs van de vis bepaald. Wij kregen niet veel voor de vis maar je kon er wel van leven. Nu krijgen de vissers wel 20 tot 25 srd per kilo. Maar het geld is niets meer waard.

Nu, met de modernisering, start je je machine en je vaart weg. De vissers blijven niet meer overnachten en alle visserskampen zijn weg. Veel pannen zijn door de zee weggespoeld, de zee komt steeds dichterbij. De kreken zijn dichtgegroeid, de vissers kappen ze niet meer open want Staatsolie heeft drie kanalen gegraven, een naar links, een naar rechts en een rechtdoor naar zee en daar kan je heel makkelijk varen. De dammen breken ook vaker door en dan komt er teveel zout water in de zwamp. In dat water kunnen alleen snoek en tilapia leven.

Back To Top