Mijn vriend Andy de anaconda.

Auteur: Aashnie Kanhai
Plaats: Bakkie

Sinds mijn zesde woon ik hier in Bakkie en inmiddels al dertien jaar. Ik heb hier veel meegemaakt zoals het graven van de Warappakreek en het leren kennen van wilde dieren.

De eerste weken dat ik hier woonde maakte ik al kennis met een slang en een kaaiman. Gaandeweg leerde ik van de bewoners hoe je een slang kunt vangen en hoe je hem kunt temmen.

Ik heb eigenlijk een beetje van alles geleerd hier; van landbouw tot veeteelt, van jagen tot vissen.

Ik ga regelmatig jagen en vissen. Soms neem ik anderen mee uit de stad, dan leer ik ze dingen die ik zelf heb geleerd. Andersom nemen zij mij ook mee naar activiteiten in de stad.

Vooral jongeren vinden het leuk hier. Bepaalde dieren kennen zij alleen van documentaires. Wanneer ze hier zijn en ik ze meer vertel over die dieren of als ik hen leer vissen, kunnen ze het daarna ook zelf doen.

Waarom ik deze slang om mijn arm heb? Toen ik als kind hier kwam wonen had bijna iedere bewoner een dier thuis. Papegaaien, slangen, apen, spinnen en zelfs arends. Zo begon ik ook dieren te observeren en raakte ik geïnspireerd om zelf dieren te kweken. De eerste keer dat ik een slang vastpakte was ik 6.

Ik dacht dat ik een worm had gepakt, mijn moeder die hier langs de kreek zat riep op gegeven moment dat ik een slang in mijn handen had!

Eens ben ik door een ‘Swipie’, een waterslang, gebeten. Maar ik voelde alleen gekietel, net alsof het een hagedis of ‘kamrawinktje’ (gekko) beet was.

Deze om mijn arm is een Anaconda oftewel Boma in het Surinaams. Ik heb hem meegenomen omdat hij  vastzat in een visnet. Het is een mannetje, dat zie je ook aan de staart. Als je de knobbeltjes telt dan kun je inschatten hoe oud hij is. Dat heb ik van Indianen in Indianendorpen geleerd. Van hen heb ik ook geleerd hoe ik welke type slang moet vangen. Deze Anaconda heb ik nu al tweeënhalve week en ik noem hem Andy. 

Back To Top