Ik was bootsman op de Bosrokoman, een houten tourboot. Dat was zevenentwintig jaar geleden.
Mijn zwager bracht een keer een kapua mee. Het knaagdier was ongeveer een maand oud, heel klein nog. Hij groeide op bij ons in het dorp, gewoon tussen de mensen, en hij at van alles: vruchten, rijst, brood.